"Militair Schengen" voor snellere troepenbewegingen

Volgens Europarlementariërs worden militaire bewegingen binnen de EU vandaag de dag vaak geconfronteerd met bureaucratische obstakels, verouderde infrastructuur en langdurige vergunningen die meerdere weken in beslag kunnen nemen om militair materieel tussen landen over te brengen. Het Parlement roept daarom op tot het opheffen van 'binnengrenzen' voor legers, vergelijkbaar met het civiele Schengen.

Een belangrijk element moet investering zijn in transportinfrastructuur die zowel civiel als militair kan worden gebruikt - bijvoorbeeld spoorwegen, wegen, bruggen en tunnels. Volgens schattingen kan de modernisering van belangrijke secties tientallen miljarden euro's kosten. Europarlementariërs steunen daarom het plan van de Commissie om het budget voor militaire mobiliteit in de volgende EU-langetermijnbegroting aanzienlijk te verhogen.

Het Parlement roept ook op tot administratieve vereenvoudiging: snellere autorisatie van grensoverschrijdende verplaatsingen, meer digitalisering en de oprichting van één enkel contactpunt om legers te helpen coördineren. Het doel is dat troepen zich in een crisissituatie binnen 24 uur over de binnengrenzen van de EU kunnen verplaatsen, en in normale situaties binnen een paar dagen.

Europarlementariërs leggen ook sterk de nadruk op samenwerking met de NAVO. Militaire mobiliteit is niet alleen essentieel voor de EU-defensie, maar ook voor het vermogen om snel te reageren op bedreigingen aan de oostflank van de EU, met name in de Baltische staten en Polen. Het "militaire Schengen" is bedoeld als een van de instrumenten om Europa beter voor te bereiden op een mogelijke crisis of conflict.